Ok ,hier gaan we weer...
'k Heb de laatste dagen goed bezig geweest om de conclusie van wederantwoord te formuleren en 'k zal ze hieronder invoegen (als't lukt in 1 maal ,anders zal't in verschillende delen moeten ,'t zijn nm 17 pagina's ,met bijlagen bij ,kom 'k daardoor nog altijd een stuk minder uit dan de tegenpartij in hun conclusie van reliek tegenover mij).
19 januari 2010
CONCLUSIE VAN WEDERANTWOORD
____________________________________________________________________
Eiser :
Tom Van den Heuvel , wonende te 2100 Deurne (Antwerpen) , St.Rochusstraat 8 bus 4
Verweerder :
Vereniging van Mede-eigenaars van het appartementsgebouw Residentie Luythaegen , gelegen te 2640 Mortsel ,vertegenwoordigd door syndicus , hoofdverantwoordelijke vn de BVBA Beheer met zetel te 2000 Antwerpen , Amerikalei 132 , KBO 0403.761.510.
Met als raadsman Mr. Hilde Beernaert , met kantoor te 2000 Antwerpen 1 , Amerikalei 191
____________________________________________________________________
Voor het Vredegerecht van het Achtste Kanton Antwerpen , Rolnummer 10A1014
____________________________________________________________________
Gelet op het verzoekschrift in zake huur van goederen , dd 02/11/2010.
Gelet op de beschikking , dd 30/11/2010 ter regeling van de procedure.
Gelet op de conclusie van repliek , dd 28/12/2010
Eiser zal zijn wederantwoord zo chronologisch mogelijk behandelen volgens de conclusie van repliek van verweerder , dd 28 december 2010.
____________________________________________________________________
1.1 De ontbinding van de huurovereenkomst. (repliek p3)
Verweerder stelt in Par 2 dat eiser geen hoedanigheid en geen belang heeft , betreffende de toelaatbaarheid van deze rechtsvordering.
Verweerder verwijst hierbij naar de aangetekende opzegbrief van eiser , dd 24/09/2010 , met beëindiging van het huurcontract op 31/10/2010.
Deze opzegdatum wordt echter betwist door verweerder en bijgevolg niet aanvaard.
Verweerder daagt niet eens op voor de teruggave van het gehuurde pand + sleutels op het door eiser vermelde tijdstip.
Indien verweerder niet akkoord gaat met de ontbinding op 31/10/2010 , heeft eiser geen andere keuze dan deze ontbinding gerechtelijk te vragen.
Verweerder beroept zich bovendien op het feit dat hij pas na deze datum aan eiser een bewijs van registratie heeft bezorgt en mede daarom niet akkoord is met de ontbinding op 31/10/2010 (repliek p2 I. Par 1 tem 3)
Nochtans heeft eiser meermaals schriftelijk hierom verzocht middels feitelijke vraag.
Misschien heeft verweerder nog nooit gehoord van het begrip feitelijke vraag?
Een vraag hoeft nm niet uitdrukkelijk gesteld te zijn.
Als iemand bv een wagen huurt en stelt dat er geen inschrijvingsdocumenten of verzekeringsformulier aanwezig is , dan vraagt die persoon daar in feite om.
Indien eiser meermaals vanaf juli 2010 (oproeping minnelijke schikking 4520/2010) , verweerder schriftelijk meldt dat de huurovereenkomst niet gekend is op het lokale registratiekantoor , dan heeft eiser bijgevolg aan verweerder meermaals verzocht om hem het tegendeel te bewijzen.
Dat verweerder dit heeft nagelaten tot na ontvangst van de opzegging door eiser en eiser pas op 28/09/2010 enig bewijs bekwam van registratie , kan enkel omschreven worden als weerbarstig en aanhoudend gedrag met het vooruitzicht eiser financieel te kunnen benadelen.
Dat bovendien op het registratiekantoor de verhuurder onder een andere naam is ingegeven (Luythaert tegenover het duidelijk vermelde VM Luythaegen in de huurovereenkomst) , kan door eiser dan ook enkel als dubieus omschreven worden.
(bijlage 1)
____________________________________________________________________
In repliek p3 Par 3 stelt verweerder dat de ontbinding enkel gevraagd kan worden indien verweerder de huurovereenkomst of een door de wet opgelegde verplichting niet nakomt.
Als belangrijkste argument , welke de basis vormt van al waarom eiser verzoekt , beroept eiser zich op de Wet van Mede-eigendom :
BW Art. 577-5 Par 3 De Vereniging van medeëigenaars kan geen ander vermogen hebben dan de roerende goederen nodig voor de verwezenlijking van haar doel , dat uitsluitend bestaat in het behoud en het beheer van het gebouw of de groep van gebouwen.
Om te vermijden dat de Vereniging van medeëigenaars andere activiteiten ontplooid , zoals het verhuren van appartement en zo een oneigenlijk vennootschap wordt , heeft de wetgever in Art. 577-5 Par 3 het maatschappelijk doel van de Vereniging van medeëigenaars op deze beperkte wijze omschreven.
Hieruit volgt dat de VME Luythaegen onder geen enkel beding kon/kan verhuren.
Dit maakt dat de aangegane huurovereenkomst nietig is.
Dit maakt dat verweerder zijn deel van de huurovereenkomst als verhuurder überhaupt wettelijk niet kon/kan naleven , zelfs niet eens kon/kan hebben aangegaan.
Dit maakt ook dat vanwege het verhuren van het gehuurde pand , de Vereniging van medeëigenaars ook effectief een oneigenlijk vennootschap is en niet langer een vereniging zonder winstoogmerk.
Eiser durft hierdoor concluderen dat verweerder zichzelf bijgevolg schuldig maakt aan valsheid in geschriften met betrekking tot belastingsontduiking :
Art 73bis/5
Met verwijzing naar de jurisprudentie van het Hof van Cassatie in verband met valse geschriften waarvan men zich bediend heeft met als enige bedoeling belasting te ontduiken, werd in deze oorspronkelijke wettekst zowel de valsheid in balansen en winst- en verliesrekeningen (thans onderdelen van de jaarrekeningen) als de door het Strafwetboek bedoelde valsheid in geschriften bedoeld (Cass. , 14 november 1949 , Pas. , 1949 , I, 133 ; Cass. , 16 april 1951 , Pas. , 1951 , I , 566)
Dit gezien het feit dat er geen enkele jaarrekening te raadplegen valt bij de Balanscentrale van de Nationale Bank bij ingave van het ondernemingsnummer van de Vereniging van medeëigenaars (bijlage 2).
Nochtans is het verhuren door verweerder al jarenlang een aanhoudende activiteit , dewelke zelfs als hoofd- , minstens als bijkomende bedrijvigheid van een vereniging kan omschreven worden , zoals beschreven in SWB Art.433undies.
Dit vanwege het misbruik van andermans bijzonder kwetsbare positie door verkoop , verhuur of terbeschikkingstelling van goederen met de bedoeling een abnormaal profijt te realiseren , waarbij eiser zich vanwege zijn financiële situatie in een kwetsbare positie bevond/bevindt en het feit dat eiser op het ogenblik van ondertekening van de huurovereenkomst een noodwoning voor max 3 maanden betrok.
____________________________________________________________________
In repliek p4 Par 4 weerlegt verweerder de schending van BW Art.577-5.
Verweerder beroept zich op het feit dat de gehuurde studio de conciërgewoning betreft.
Volgens verweerder kan hij om deze reden wel optreden als verhuurder hiervan.
Laat ons duidelijk stellen dat :
*De wetgever een Vereniging van medeëigenaars uitsluitend behoud en beheer toestaat.
*Een Vereniging van medeëigenaars een vereniging is zonder winstoogmerk...
Het verhuren van een pand is dan ook een vaste en aanhoudende bron van inkomsten (zie bovenstaande theorie).
*Verhuren van een pand niet noodzakelijk is voor het behoud of het beheer van het gebouw.
(Indien dit wel zo was , zou elke Vereniging van medeëigenaars dienen te verhuren)
*De aard van het verhuurde gemeenschappelijk deel geen enkele uitsluiting biedt voor de wetgever.
Maw : eender of verweerder de conciërgewoning , tuin , inkomhal , trap of dak verhuurt , als Vereniging van medeëigenaars mag hij simpelweg niet verhuren.
*Een conciërgewoning kan enkel als zodanig omschreven worden indien deze ook als zodanig gebruikt wordt.
Dwz : ofwel wordt deze in natura ten dienste gesteld aan een conciërge of huisbewaarder in loondienst , ofwel verhuurt men gewoon een pand (eender of het een gemeenschappelijk of privatief pand betreft).
____________________________________________________________________
Repliek p4 vak 2 Individuele en gemeenschappelijke kosten.
Verweerder schijnt niet te weten hoe hij nu zelf de aard van deze kosten omschrijft of tot wat ze betrekking hebben.
Eiser verzoekt nm niet tot terugbetaling van de individuele kosten omschreven in de huurovereenkomst (elektriciteit , telefoon...) , zoals verweerder stelt.
Eiser verzoekt wel tot de terugbetaling van de in de huurovereenkomst omschreven algemene kosten.
Omschreven als algemene kosten , dient een verhuurder aan zijn huurder jaarlijks een kopie van de afrekening te bezorgen.
Eiser heeft nooit een kopie bekomen.
Als verweerder als verhuurder niet kan bewijzen waar de door eiser betaalde vergoeding voor gebruikt werd , dan kan eiser deze inderdaad terug vorderen.
Anderzijds beweert verweerder in zijn schrijven 12/07/2010 dat de 75 euro in de huurovereenkomst omschreven als algemene kosten , een forfait betreft...
(stuk 9 conclusie van repliek)
In die hoedanigheid zou verweerder als verhuurder inderdaad geen kopie van afrekening moeten overmaken.
Echter stelt verweerder in datzelfde schrijven ook dat een forfait voor indexatie vatbaar is...
De huurwet stelt echter heel duidelijk dat forfaitaire kosten en lasten niet aangepast kunnen worden voor de volledige duur van het contract , tenzij mits een gerechtelijk vonnis.
Aangezien de indexatie van deze kosten door eiser herhaaldelijk betwist werd en eiser meermaals heeft gewezen op de juiste procedure , verzoekt eiser , mede om volgende reden , tot de terugvordering van deze kosten :
Als verweerder deze kosten niet kan/wil bewijzen , dan betekent dit voor eiser dat ze onbewijsbaar zijn.
Onbewijsbare zaken dient men logischerwijze ook niet te betalen.
Vervolgens wijst eiser op volgende :
Verweerder betwist niet dat het verhuurde pand een gemeenschappelijk deel betreft.
Verweerder benadrukt dit zelfs.
Bijgevolg betaalt eiser exclusief de kosten van dit gemeenschappelijk pand exclusief en wordt dit deel niet verder verdeelt onder de medeëigenaars.
Tevens wil eiser er op wijzen dat indien verweerder zich beroept op het feit dat het gehuurde pand behoort tot de gemeenschappelijke delen , de kosten van het schilderen en behangen van dit gehuurde pand eveneens ten laste zijn van de verhuurder/verweerder.
Toch eist eiser ook deze niet eens terug.
Het door verweerder toegegeven en benadrukt feit dat het gehuurde pand behoort tot de gemeenschappelijke delen , brengt vervolgens grote vraagtekens met zich mee betreffende de verzekering ervan.
Het gebouw dient verzekert te zijn voor oa zijn gemeenschappelijke delen.
Een huurder wordt oa geacht de kosten voor de omnium brandverzekering van de verhuurder te betalen voor de gemeenschappelijke delen.
Eiser diende echter bovendien nog eens een eigen brandverzekering voor het gehuurde pand te nemen , waardoor eiser dus 2x betaalt , zijnde 2 verzekeringen die hetzelfde gehuurde pand dekken.
Ook deze eist eiser niet terug.
____________________________________________________________________
Het is dan ook overduidelijk dat verweerder de wetgeving enkel volgt wanneer hij er financieel profijt uit haalt en negeert wanneer het hem niet aanstaat.
____________________________________________________________________
Repliek p5 Gebruik van verschillende namen en adressen.
Dit is inderdaad zeer verwarrend.
Uit de verduidelijking van de verweerder begrijpt eiser volgende :
De Vereniging van medeëigenaars is een rechtspersoon en wordt vertegenwoordigd door een syndicus , zijnde Beheer , dewelke als bvba eveneens een rechtspersoon is en op zijn beurt vertegenwoordigd wordt door oa Erwin Lens...
Nochtans stelt de website van Beheer (bijlage 3) zelf dat volgens hun werkwijze voor het beheer van een gebouw worden aangesteld : enerzijds een syndicus (eindverantwoordelijke voor de algehele opvolging en de specifiek technische problemen) , anderzijds een administratief verantwoordelijke (administratie en financiële opvolging).
Hieruit kan eiser opmaken dat de effectieve syndicus niet Beheer is , maar wel degelijk Erwin Lens , hoofdverantwoordelijke zoals hij zichzelf in briefwisseling beschrijft.
Het druist compleet tegen de bedoelingen van de wetgever in om men een rechtspersoon te laten vertegenwoordigen door een andere rechtspersoon , en dit telkens opnieuw.
Om deze reden (aanspakelijkheid) is de aanstelling van een vaste vertegenwoordiger voor een rechtspersoon dan ook verplichtend.
____________________________________________________________________
Repliek p5 Energieprestatiecertificaat.
Verweerder stelt dat een energieprestatiecertificaat slechts overhandigd dient te worden sinds 01/01/2009.
Nochtans legt de Europese richtlijn 2002/91/EG van het Europese Parlement en de Raad van 16/12/2002 op dat zowel voor nieuwbouw woningen als voor de verkoop en verhuur van bestaande woningen een energiecertificaat moet worden opgemaakt.
De verhuurder moet dit bovendien op het moment van het te huur aanbieden in zijn bezit hebben en hij moet de huurder een kopie hiervan overhandigen...
De huurovereenkomst werd ingegaan op 11/05/2007.
De vraag die hierbij dan ook gesteld dient te worden is of de Vlaamse wetgeving boven een Federale of een Europese wetgeving staat.
Indien niet , is er wel degelijk sprake van een schending van de wet.
____________________________________________________________________
Repliek p6 Comformiteitsattest.
Eiser heeft ook hier meermaals , sinds de oproeping minnelijke schikking , schriftelijk en middels feitelijke vraag om verzocht.
Eiser kan bij voorlegging van de aangegane huurovereenkomst geen aanvraag indienen bij de stad Mortsel omdat hem mondeling werd medegedeeld dat het gehuurde pand niet gekend is.
Ook op het Kadaster is het gehuurde pand niet gekend.
Dit omdat het gehuurde pand , zoals door verweerder toegegeven en benadrukt , behoort tot de gemeenschappelijke delen en voor hen dus onbestaande is.
Eiser meent dat indien er geen comformiteitsattest is , er ook geen verhuurvergunning is.
Ook dit heeft eiser meermaal zo geformuleerd aan verweerder.
Maw : eiser heeft ook hier middels een feitelijke vraag om het bewijs van een comformiteitsattest en een verhuurvergunning gevraagd.
Verweerder verschuilt zich achter het feit dat de niet-comformiteit hierdoor niet kan bewezen worden.
Eiser kan bijgevolg evenzo stellen dat verweerder minstens de comformiteit niet kan bewijzen.
____________________________________________________________________
Repliek p6 Schending Art 1719
“Gebruik van de foto’s zijn niet tegensprekelijk omdat ze gemaakt zijn in afwezigheid van verweerder...”
*Gelet op het feit dat verweerder stelt dat de Vereniging van medeëigenaars een rechtspersoon is , vertegenwoordigd door een syndicus , zijnde Beheer , welke eveneens een rechtspersoon is , dewelke op zijn beurt vertegenwoordigd wordt door oa Erwin Lens en op het ogenblik van de inwerkingtreding van de huurovereenkomst Dirk Rutten.
*Gelet op het feit dat de verhuur en de opmaak van de huurovereenkomst volledig werd behandeld door Edith Koenraedt van het immo kantoor At Home , Korte Nieuwstraat 16 , 2000 Antwerpen en niet door verweerder , niet door de syndicus.
*Gelet op het feit dat de syndicus , zijnde Beheer of zijn vertegenwoordiger nooit gedurende de ganse duur van de huurovereenkomst persoonlijk ter plaatse in het gehuurde pand is geweest (niet eens ter controle zoals de taken van de syndicus onder meer vereist , wijzende op het door verweerde nadrukkelijke feit dat het gehuurde pand tot de gemeenschappelijke delen behoort) , net zoals de ondertekening van de huurovereenkomst door beide partijen niet eens in elkaars bijzijn heeft plaats gevonden.
*Gelet op het feit dat verweerder of zijn vertegenwoordiger niet eens is komen opdagen bij de bezichtiging en teruggave van het gehuurde pand.
Is het voor eiser onmogelijk om enig foto-materiaal (of andere bewijs) voor te leggen waaruit de aanwezigheid van verweerder blijkt.
Wel kan eiser aan de hand van de originele foto’s en hun datum weergave bewijzen dat de foto’s dateren van voor de inwerkingtreding van de huurovereenkomst (genomen op datum van de bezichtiging).
____________________________________________________________________
Minstens kan dus gesteld dat verweerder niet eens het tegendeel kan bewijzen.
Eiser heeft bovendien nooit een kopie van een plaatsbeschrijving ontvangen.
Een plaatsbeschrijving , zoals mondeling beloofd werd bij de ondertekening van de huurovereenkomst op het immo kantoor At Home en verplicht is volgens Art. 16 van de huurovereenkomst (stuk 1 conclusie van repliek), is nooit gebeurd.
Althans niet in aanwezigheid van eiser ,wat ook onmogelijk is gelet op het feit dat eiser al die tijd verweerder , de syndicus of zijn vertegenwoordiger nooit persoonlijk heeft gezien.
Tevens blijkt uit Art. 16 van de huurovereenkomst dat er niet eens een deskundige is aangeduid. (stuk 1 conclusie van repliek)
Eiser heeft ook nooit een verzoek tot betaling ontvangen betreffende een plaatsbeschrijving welke volgens Art. 16 voor gemeenschappelijke rekening dient te zijn.
Indien er toch een plaatsbeschrijving zou zijn , kan deze enkel een schriftvervalsing betreffen.
De verwijzing van verweerder naar de tekst “welbekend door de huurder die verklaart het grondig bezocht en nagezien te hebben” en “het in goede staat te hebben bevonden” betreft een standaard huurovereenkomst zoals elke huurder wordt voorgelegd door het immo kantoor At Home.
Elke wijziging , doorhaling of bijgeschreven correctie zou nietig verklaard worden.
Minstens kan dan ook gesteld worden dat verweerder de aangekaarte schendingen niet kan ontkrachten.
Wanneer verweerder stelt dat enkel rekening kan gehouden worden met de bepalingen in de huurovereenkomst , dan beroept eiser zich op verborgen gebreken.
Ter vergelijking : Indien men een wagen koopt en men ondertekend de verkoopsovereenkomst met gekend en goed bevonden in de staat waarin deze zich bevindt , maar er is geen keuringsbewijs geleverd , dan kan men zich achteraf ook nog steeds beroepen op verborgen gebreken.
Bijgevolg moet dit in een huurovereenkomst ook van toepassing kunnen zijn.
____________________________________________________________________
Repliek p7
Al het voorgaande in acht genomen is het eiser dan ook een raadsel hoe verweerder ertoe komt dat de vordering tot ontbinding ongegrond is en de terugvordering van de andere kosten daardoor ook ongegrond is.
Eiser herhaalt als belangrijkste standpunt de inbreuk op de Wet van Mede-eigendom.
Daaruit blijkt dat de huurovereenkomst onuitvoerbaar is.
De huurovereenkomst is steeds een volmaakt wederkerige overeenkomst.
BW Art. 1184 stelt : De partij jegens wie de verbintenis niet is uitgevoerd , heeft de keus om ofwel de andere partij te noodzaken de overeenkomst uit te voeren , wanneer de uitvoering mogelijk is , ofwel de ontbinding van de overeenkomst te vorderen , met schadevergoeding.
Waarbij de schending van de Wet op Mede-eigendom een toerekenbare tekortkoming van die aard is , de gerechtelijke ontbinding te rechtvaardigen.
De ontbinding van een reeds uitgevoerde overeenkomst brengt mee dat hetgeen reeds betaald was kan teruggevorderd worden.
De terugvordering van de verhuiskosten en de waarborg voor de nieuwe woning van eiser worden niet enkel door eiser beschouwd als schadevergoeding.
Het betreft bovendien kosten die voortvloeien uit de aanhoudende schendingen waaraan verweerder zich schuldig heeft gemaakt.
Het mag duidelijk zijn dat indien verweerder volledig correct en wettelijk gehandeld had , eiser nooit verplicht zou zijn geweest om een nieuwe woonst te betrekken.
____________________________________________________________________
1.2 Verkoop van de studio.
“De vordering tot verkoop is onontvankelijk , minstens ongegrond omdat verweerder stelt dat eiser niet belanghebbend is...”
Nochtans is de definitie van belanghebbend : wie voor of nadeel van iets kan ondervinden.
Eiser meent alsnog belanghebbende te zijn , aangezien hij er voordeel uit haalt bij een verkoop , dit omdat de VME dan niet langer het betreffende pand kan verhuren en eiser in de toekomst misschien hetzelfde pand wel onder een correcte en wettelijke huurovereenkomst van een gewone verhuurder/eigenaar kan huren.
Ook heeft eiser net vanwege de verhuring van het pand aan hem jarenlang nadeel ondervonden (vanwege de onwettelijkheid van de huurovereenkomst).
Veronderstellend dat eiser alle terugvorderingen worden toegekend.
Een voorafgaande en gerechtelijk opgelegde verkoop zou bij alle effectief toegekende terugvorderingen , eiser de zekerheid bieden dat verweerder als schuldenaar over voldoende middelen beschikt om eiser te kunnen terug betalen , want als de Vereniging van medeëigenaars over onvoldoende middellen beschikt , is eiser verplicht een ellenlange procedureslag te starten tegen elke medeëigenaar individueel en dit ten bedrage van het persoonlijk aandeel in de gemeenschappelijke delen van elke individuele medeëigenaar.
In deze veronderstelling is eiser ook belanghebbende.
Verder kan , indien de rechter oordeelt dat het gehuurde pand voorwerp is van een misdrijf en daarbij gediend heeft tot het plegen van het misdrijf , zelfs een bijzondere verbeurdverklaring worden toegepast. (zie p10+11 van dit wederantwoord)
____________________________________________________________________
1.3 Vordering lastens Erwin Lens.
Repliek p7 Par 1.
Opnieuw verwijzend naar de website van Beheer (bijlage 3) , welke stelt dat de syndicus niet zoals verweerder beweert , Beheer is , maar de effectieve syndicus wel zoals de website van Beheer vermeld , de eindverantwoordelijke voor de algehele opvolging en de specifiek technische problemen betreft.
In dit geval zijnde Erwin Lens als door hemzelf steeds omschreven zijnde hoofdverantwoordelijke.
Wanneer De Vereniging van Mede-eigenaars Luythaegen in deze zaak verwerende partij is , dan is het de syndicus die deze in rechte vertegenwoordigd.
De vertegenwoordiger van deze laatste is Erwin Lens.
Bijgevolg zijn dan ook Beheer en ook Erwin Lens als effectieve syndicus partij.
Aansprakelijkheid ontwijken door een rechtsperson te benoemen is niet langer mogelijk.
Die rechtspersoon moet nm een vaste vertegenwoordiger aanduiden en die kan zelf ook aansprakelijk gesteld worden.
____________________________________________________________________
Repliek p8 Par 2.
Het begrip partij is ruimer dan men op het eerste zicht zou menen.
Het duidt ook op personen , die alhoewel niet in levende wijze aanwezig , bij de rechtshandeling vertegenwoordigd worden krachtens wettelijke of contractuele volmacht door een volmachthouder die in naam van de vertegenwoordigde optreedt.
*Gelet op het feit dat de vertegenwoordiger in rechte van een Vereniging van medeëigenaars , de syndicus is.
*Gelet op het feit dat een rechtspersoon ook nog steeds een vaste vertegenwoordiger heeft.
*Gelet op het feit dat deze vaste vertegenwoordiger aan dezelfde burgerrechtelijke en strafrechtelijke aansprakelijkheid onderworpen is.
*Als de rechtbank oordeelt dat er bestuursfouten of zelfs misdrijven werden gepleegd , kan ook de vaste vertegenwoordiger aangesproken worden , zelfs financieel.
De aanstelling van een rechtspersoon als vertegenwoordiger van een andere rechtspersoon , houdt nm geen beperkte aansprakelijkheid in , welke compleet zou indruisen tegen de bedoelingen van de wetgever.
*Gelet op het feit dat de bepaling in verband met de vaste vertegenwoordiger van kracht zijn sinds 01/09/2002 en de aanstelling van de vaste vertegenwoordiger moet gepubliceerd worden in de Bijlagen van het Belgisch Staatsblad.
Maw : Verweerder wordt vertegenwoordigd door Beheer , welke op zijn beurt wordt vertegenwoordigd door Erwin Lens.
De vordering lastens Erwin Lens is ontvankelijk.
Bovendien meent eiser dat zijn toelaatbaarheid tot bewoning hem een persoonlijk recht heeft verschaft.
Eiser meent ook dat wanneer bewoners zonder stemrecht via de Vrederechter een beslissing of bepaling van de Vereniging van medeëigenaars kan laten vernietigen , hij eveneens partij kan zijn tegenover de syndicus of zijn vertegenwoordiger.
____________________________________________________________________
“Eiser moet kunnen bewijzen dat de syndicus zijn mandaat heeft overschreden.
Deze mandaatsoverschrijding moet tevens een toerekenbare fout zijn , die eiser persoonlijk schade heeft berokkend , waarbij er ook nog een oorzakelijk verband is tussen de door syndicus begane fout en de door eiser geleden schade.”
Het toelaten van de schending van de Wet op Mede-eigendom kan omschreven worden als een zware inbreuk op het mandaat van de syndicus.
Verder heeft de syndicus oa zijn dagdagelijkse taken nagelaten.
Hierbij verwijzende naar het door de verweerder toegegeven en benadrukte feit dat het door de eiser gehuurde pand behoort tot de gemeenschappelijke delen.
Opnieuw verwijzend naar de website van Beheer (bijl age 3), waartoe gesteld dat tot de dagdagelijkse taken van de syndicus oa volgende behoren :
*Het toezicht op en de controle van de contracten en de gemeenschappelijke delen.
*Het beheer van gemeenschappelijke schadegevallen.
De herhaalde weigering tot door eiser verzochte herstelling , zoals door syndicus Erwin Lens , dd 12/07/2010 (stuk 9 conclusie van repliek), prachtig geformuleerd “Verder zullen wij niet ingaan op uw herstellingsverzoeken zolang u niet bereid bent de huurovereenkomst te goeder trouw uit te voeren” , waarbij geen verdere verwijzing betreffende de aard van het niet ter goede trouw zijnde , wordt opgegeven.
Eiser kan enkel vermoeden dat hier door syndicus Erwin Lens gesuggereerd wordt naar de door eiser niet aanvaarding van de herhaalde foutieve indexatieverhogingen (2 pogingen met een +25% verhoogde basishuurprijs) , opgesteld door syndicus Erwin Lens.
Nochtans houdt de vermoedelijk wil van de partijen in dat er vermoed wordt dat de partijen tussen hun verbintenissen een band gelegd hebben , zodanig dat de ene de uitvoering van de verbintenis van de andere niet kan vorderen zolang zij zelf weigert haar verbintenis uit te voeren. Bij duurovereenkomsten , zoals huurcontracten , kunnen de verbintenissen van de partijen uit hun aard niet gelijktijdig worden uitgevoerd. Men neemt aan dat bij dergelijke contracten de partij die de voortdurende prestaties levert , en in de huurovereenkomst is dit de verhuurder , eerst moet presteren.
Gelet op het feit dat verweerder , zijn vertegenwoordiger Beheer , deze zijn vertegenwoordiger , de effectieve syndicus Erwin Lens hun kat gestuurd hebben naar zowel de minnelijke schikking als de door eiser opgegeven bezichtiging en teruggave van het gehuurde pand.
Gelet op deze huidige rechtsprocedure.
____________________________________________________________________
Eiser stelt bovendien dat de daden van zowel verweerder , de syndicus Beheer en de effectieve syndicus Erwin Lens bovendien zware overtredingen zijn van het strafwetboek , zijnde :
*Oplichting en bedriegerij.
SWB Art.496 Hij die , met het oogmerk om zich een zaak toe te eigenen die aan een ander toebehoort , zich gelden , roerende goederen , verbintenissen , kwijtingen , schuldbevrijdingen doet afgeven of leveren , hetzij door het gebruik maken van valse namen of valse hoedanigheden , hetzij door het aanwenden van listige kunstgrepen om te doen geloven aan het bestaan van valse ondernemingen , van een denkbeeldige macht of van een denkbeeldig krediet , om een goede afloop , een ongeval of enige andere hersenschimmige gebeurtenis te doen verwachten of te doen vrezen of om op andere wijze misbruik te maken van het vertrouwen of van de lichtgelovigheid.
*Deelneming van verscheidene personen aan een zelfde misdaad.
SWB Art. 66 Zij die de misdaad of het wanbedrijf hebben uitgevoerd of aan de uitvoering rechtstreeks hebben meegewerkt.
Zij die door enige daad tot de uitvoering zodanige hulp hebben verleend dat de misdaad of het wanbedrijf zonder hun bijstand niet had kunnen worden gepleegd.
(Verhuur van gemeenschappelijke delen kan niet gebeuren zonder medewerking/medeweten van , en alle medeëigenaars , en de syndicus)
*Misbruik van andermans bijzonder kwetsbare positie door verkoop , verhuur of terbeschikkingstelling van goederen met bedoeling een abnormaal profijt te realiseren.
SWB Art. 433decies Hij die rechtstreeks of via een tussenpersoon misbruik maakt van de bijzonder kwetsbare positie van een persoon ten gevolge van zijn onwettige of precaire administratieve toestand of zijn precaire sociale toestand door , met de bedoeling een abnormaal profijt te realiseren , een roerend goed , een deel ervan , een onroerend goed , een kamer of een andere in artikel 479 bedoelde ruimte , te verkopen , te verhuren of ter beschikking te stellen in omstandigheden die in strijd zijn met de menselijke waardigheid , zodanig dat de betrokken persoon in feite geen andere echte en aanvaardbare keuze heeft dan zich te laten misbruiken.
(Waarbij eiser zich vanwege zijn financiële situatie in een kwetsbare positie bevond/bevindt en de lage huurprijs de voornaamste reden tot het aangaan van de huurovereenkomst vormde. Bovendien betrok eiser op het tijdstip van de ondertekening van de huurovereenkomst een noodwoning in Nieuwpoort waar hij max 3 maanden mocht verblijven en deze termijn was bijna om , de keuze was voor eiser dan ook simpel : ofwel het door verweerder aangeboden pand huren , ofwel het risico lopen om op straat te staan.)
SWB Art.433undies
1° ingeval van de betrokken activiteit een gewoonte wordt gemaakt.
2° in geval het een daad van deelneming aan de hoofd- of bijkomende bedrijvigheid van een vereniging betreft, ongeacht of de schuldige de hoedanigheid van leidend persoon heeft of niet.
(Waarbij het jarenlange verhuren beschouwd kan worden als een gewoonte en tevens de hoofd- of bijkomende bedrijvigheid van een vereniging , zijnde de Vereniging van medeëigenaars.
Hiermee meent eiser dat er voldoende bewijs is aangebracht van fout , schade en oorzakelijk verband.
Ook hier verwijst eiser nogmaals naar de definitie van belanghebbende.
Bijgevolg meent eiser dat de vordering lastens Erwin Lens wel ontvankelijk en gegrond is.
____________________________________________________________________
Repliek p8 Par 3 Verklaring Olivier Bronselaer.
Verweerder stelt dat deze klaarduidelijk vooringenomen is.
Dit is echter geen reden om niet aanvaard te worden.
Deze stelling zou nm betekenen dat geen enkel slachtoffer zich nog kan beroepen op de getuigenis van een ander slachtoffer , teneinde een wederkerend gedragspatroon vanwege de dader(s) te kunnen aantonen.
____________________________________________________________________
2 Tegeneis van verweerder.
2.1 Indexatie
De Aanvankelijke huurprijs is vastgesteld op 300 euro/maand + 75 euro algemene kosten + individuele elektriciteit (+ in Art. 6 van de huurovereenkomst beschreven gas , telefoon)
(stuk1 conclusie van repliek)
Verweerder benadrukt dit nogmaals in repliek p8 Par 1.
Echter in repliek p9 Par 2 stelt verweerder opnieuw dat de basishuurprijs 375 euro bedraagt... , ofwel 75 euro meer dan de in het huurcontract vermelde 300 euro basishuurprijs.
Verwijzende naar bovenstaand wederantwoord van eiser op repliek p4 vak 2 :
Anderzijds beweert verweerder in zijn schrijven 12/07/2010 dat de 75 euro in de huurovereenkomst omschreven als algemene kosten , een forfait betreft...
Verwijzende naar de huurwet :
De kosten en lasten moeten steeds los van de huur in een afzonderlijke rekening van de huur worden opgeheven. Deze regel is verplichtend.
Deze regel is van toepassing zelfs indien de kosten en lasten in vaste bedragen werden vastgesteld , dwz forfaitair zijn.
Indien dit het geval is , dus indien de kosten en lasten forfaitair werden vastgesteld , mogen de partijen deze niet eenzijdig aanpassen rekening houdende met de werkelijke kosten en lasten die hoger of lager zouden zijn dan het forfaitair bedrag.
Indien verweerder de 75 euro wil indexeren , moet hij als verhuurder aan de Vrederechter vragen :
*ofwel de herziening van het bedrag van de forfaitaire kosten en lasten.
*ofwel hun omzetting in werkelijke kosten en lasten.
Indien de kosten en lasten niet forfaitair werden bepaald ,voorziet de wet dat zij moeten overeenstemmen met de werkelijke uitgaven. De bewijsstukken moeten worden voorgelegd. De huurder heeft dus het recht om van de verhuurder de bewijzen van de rekeningen die hem worden toegestuurd te eisen.
Deze regels betreffende de betaling van de kosten zijn verplichtend.
____________________________________________________________________
Wanneer verweerder in zijn tegeneis opnieuw stelt dat de basishuurprijs 75 euro meer is dan diegene opgenomen in de huurovereenkomst , dan houdt dit voor eiser in dat verweerder de basishuurprijs met 25% vermeerderd , teneinde de uiteindelijke indexatie hoger te doen uitkomen.
We spreken hier dan ook niet langer van een indexatieverhoging , maar van een herziening van de huurprijs.
Echter...een herziening kan maar uitsluitend binnen een precieze termijn gevraagd worden (tussen de 9de en de 6de maand die het einde van de driejarige periode voorafgaat) , dit zowel door huurder als verhuurder aan de andere partij.
Bij niet akkoord , dient de vragende partij zich dan ook te wenden tot de Vrederechter , doch uitsluitend tussen de 6de en de 3de maand die de einddatum van de lopende driejarige periode voorafgaat.
Tevens moet de vragende partij bewijzen dat de normale huurwaarde van het gehuurde goed ten gevolge van nieuwe omstandigheden tenminste 20% hoger of lager is dan de op het tijdstip van de indiening van het verzoek eisbare huurprijs.
Tevens kan een verhoging van de huurprijs door de Vrederechter toegestaan worden aan de verhuurder die bewijst dat de normale huurwaarde van het gehuurde goed ten gevolge van werken , die op kosten van de verhuurder in het gehuurde pand zijn uitgevoerd , met tenminste 10% van de op het tijdstip van indiening van het verzoek eisbare huurprijs is gestegen.
Om deze reden is de tegeneis van verweerder in repliek p9 Par2 , zijnde een tegenvordering onontvankelijk en ongegrond.
____________________________________________________________________
Repliek p9 Par 3
Verweerder blijft halsstarrig volhouden dat eiser ten onrechte de herhaaldelijk verkeerd berekende indexatieaanpassingen , ten onrechte aanvecht.
Bovenstaande verduidelijking kan echter niet duidelijker omschreven worden.
Eiser is nm de enige partij die zichzelf niet tegenspreekt.
____________________________________________________________________
Repliek p9 Par 4
Hierin verwijt verweerder eiser een kwade sheldtirade in email , dd 09/07/2010.
(stuk 8 conclusie van repliek)
Eiser kan enkel vermoeden dat het zijn volgende bewoording betreft aan het adres van syndicus Erwin Lens “Betreft : Uw niet aflatend ondeskundig gedrag” en hem eveneens zijn arrogantie verwijt.
Deze verwoordingen zijn het gevolg van een door eiser verzonden ingebrekestelling (bijlage 4) , dd 01/06/2010 , waarbij eiser de herstelling , verweerder nog 14 dagen toekende om over te gaan herstelling en waarop langs de zijde van verweerder geen enkele reactie is gekomen.
Eiser is ook nu nog steeds overtuigd dat verweerder en zijn vertegenwoordiger Erwin Lens niet in staat zijn de Nederlandse taal begrijpend te bevatten , anders zou verweerder zichzelf niet tegenspreken in zijn repliek en al helemaal niet zichzelf opnieuw schuldig maken aan een foutieve basishuurprijs.
Bovendien zijn het verweerder en Erwin Lens die in hun schrijven van 31/05/2010 enige soepelheid van eiser’s zijde verwachtte.(stuk 6 conclusie van repliek)
De uiteindelijke “toegeving” van verweerder aan een correcte basisprijs , kwam dan ook schandelijk te laat.
Te laat , zijnde na het indienen van het verzoekschrift door eiser tot deze gerechtelijke procedure.
*(stukken 1 + 4 conclusie van repliek)
De eerste foutieve indexatieverhoging werd toegezonden 25/03/2010.
De aanvang van de huurovereenkomst , zijnde juni 2007 en niet mei 2007.
De aanvang van een huurovereenkomst begint bij de overhandiging van de sleutels en niet bij ondertekening van de huurovereenkomst (zonder sleutels kan je u geen toegang verschaffen) , het enige stel sleutels overigens , welke eiser pas in de loop van juni 2007 heeft bekomen. Art.4 van de huurovereenkomst stelt uitdrukkelijk : Een indexatie alle 12 maanden , te beginnen vanaf de datum van aanvang van onderhavig huurcontract.
Maw : 3 maanden te vroeg.
Als antwoord van verweerder op de niet akkoord verklaring van eiser om deze redenen , stelt verweerder in zijn schrijven , 31/03/2010 : “Wij durven rekenen op enige soepelheid van uw zijde”...
Eiser heeft bijgevolg nooit een correcte berekening bekomen van verweerder.
____________________________________________________________________
Repliek p9 Par 5 tem 6
Inhouding van de indexatieverhoging als drukkingsmiddel.
Eiser verwijst hiervoor opnieuw naar de laatste indexatie aanpassing , dd 12/07/2010 , waarin verweerder en Erwin Lens volgende schrijven :
“Verder zullen wij niet ingaan op uw herstellingsverzoeken”
(stuk 9 conclusie van repliek)
Het kan niet duidelijker gesteld dan dat het inroepen van de enac door eiser met de inhouding van de indexatieverhoging gegrond is.
Om deze reden verzoekt eiser de tegenvordering van verweerder te verwerpen en eiser deze indexatieverhoging alsnog kwijt te schelden.
____________________________________________________________________
Repliek p10 Par 6
Verweerder beweert dat de problemen , waarvoor door eiser om herstelling verzocht werd in februari 2010 opgelost zijn geraakt en refereert daarvoor naar het schrijven van eiser , dd 07/02/2010 : “Nazicht en herstelling van de bel aan de voordeur heeft na mijn vorige schrijven effectief geholpen”. (stuk 11 conclusie van repliek)
Verweerder meent hieruit op te maken dat hij de herstelling op dat ogenblik heeft uitgevoerd.
Echter... , refereert eiser naar datzelfde schrijven , waarin duidelijk vermeld staat dat het vorige schrijven aan verweerder dateert van 04/05/2009 en 15/05/2009.
Maw : een uitgevoerde herstelling van 1 jaar voordien.
Uit de denkwijze van verweerder , meent eiser dan ook op te maken dat een herstelling slechts eenmalig dient te gebeuren en een herstelling in het verleden eveneens ook een uitgevoerde herstelling is indien het probleem zich in de toekomst opnieuw voordoet...
De reactie van verweerder op dit gerefereerd schrijven in mail , dd 17/02/2010 was trouwens volgende : “Wij komen eerstdaags terug op dit probleem”.(bijlage 5)
Eerstdaags is nooit gekomen , hoe lang eiser er ook op heeft gewacht.
Dit geduldig wachten van eiser wordt door verweerder als omstandig stilzwijgen beschouwd.
____________________________________________________________________
2.2 Achterstallige huur.
*Gelet op het moedwillig achterhouden van de door eiser meermaals gevraagde bewijzen (verwijzend naar de meerdere feitelijke vragen betreffende de registratie van de huurovereenkomst).
*Gelet op het feit dat de huurovereenkomst op zich in strijd is met de Wet op Mede-eigendom , gezien een Vereniging van Mede-eigenaars niet mag verhuren.
*Gelet het verzoek tot ontbinding van de huurovereenkomst om vermelde en gegronde redenen.
Verzoekt eiser de tegenvordering van verweerder onontvankelijk en ongegrond te verklaren en eiser deze achterstallige huur alsnog kwijt te schelden.
____________________________________________________________________
Andere belangrijke opmerkingen.
Wat betwist verweerder niet en waarop reageert verweerder niet?
*Verweerder erkent dat hij gemeenschappelijke delen van een gebouw verhuurt.
*Verweerder bekent , noch ontkent het feit dat het gehuurde pand niet gekend is op het Kadaster.
*Verweerder kan geen enkel bewijs voorleggen van een poging tot herstelling waarvoor eiser sinds februari 2010 om verzoekt en waarvan het een identieke herstelling betreft die verweerder 1 jaar voordien wel had uitgevoerd , maar waarvan het probleem zich opnieuw en zich ditmaal aanhoudend en veelvuldiger (24/24 , 7/7) voordeed.
____________________________________________________________________
*In het door eiser aangetekend verzonden schrijven , dd 16/07/2010 (bijlage 6/3), verzoekt eiser om hem zowel schriftelijk als aangetekend een kopie te bezorgen van de basisakte + alle notariële aanpassingen en een kopie van alle notulen van medeëigendom , welke betrekking hebben op het door hem gehuurde pand en dit kostenloos , gezien eiser belanghebbende is. Tevens verzoekt eiser om deze ook te mogen inkijken.
Verweerder heeft ook hier op nagelaten enigzins te reageren.
Dit houdt in dat verweerder eiser geen toestemming geeft , en tot inzage , en geen kopie wil bezorgen van wat nochtans een bestuursdocument is (gezien deze zich oa bevinden op het Hypotheekkantoor en openbaar zijn).
Bestuursdocument :
In het kader van het openbaarheidsdecreet (openbaarheid van bestuur) kunnen alleen bestuursdocumenten worden opgevraagd. Het decreet definieert een bestuursdocument als volgt : “De drager , in welke vorm ook , van informatie waarover een instantie beschikt”.
Dat betekent dat in principe alle informatie waarover de overheid beschikt , kan worden opgevraagd , ongeacht de informatiedrager. Het moet dus gaan om informatie die gematerialiseerd is op een drager : op papier (schriftelijke stukken , documenten , notulen , omzendbrieven , contracten , vergunningen) op elektronische dragers (bestanden , e-mails , cd-roms) , op auditieve (geluidsfragmenten) of visuele dragers (film , foto , dvd).
Het begrip “document” moet dus ruim worden opgevat.
Alle documenten die de overheid bezit, komen in aanmerking, dus niet alleen de documenten die tot een beslissing geleid hebben. Het moet niet noodzakelijk gaan om eigen documenten van de overheid , die de overheid zelf heeft opgemaakt of geproduceerd. Ook documenten die van derden (particulieren of andere overheden) afkomstig zijn , vallen hieronder.
Iedereen kan bestuurdocumenten opvragen (natuurlijke personen , rechtspersonen , feitelijke verenigingen). De nationaliteit of woonplaats van de aanvrager speelt geen rol.
Wie documenten opvraagt , moet hiervoor geen verantwoording geven en hoeft er geen belang bij te hebben , behalve als informatie van persoonlijke aard wordt opgevraagd.
Hieruit volgt ook dat elke kopie van diezelfde bestuursdocumenten ook bij derden onder dezelfde regelgeving valt.
De kostprijs van een kopie vooraf moet worden vastgesteld. Bovendien moet het gaan om een redelijke kostprijs. Indien dit niet het geval is , is een kopie dus gratis.
____________________________________________________________________
Aangezien er van eiser verwacht wordt dat hij elk bedrag ter vordering dient te bewijzen en verweerder in zijn tegeneis stelt dat de rechtsplegingsvergoeding begroot werd ten bedrage van 1100 euro , doch geen bewijs daarvan bijvoegt , stelt eiser zich vragen bij dit bedrag. Geldt de bewijslegging in omgekeerde richting plots niet meer of kan een denkbeeldig bedrag zonder meer aanvaard worden?
*Als laatste wenst eiser eveneens te wijzen op het feit dat verweerder voor dit , volgens verweerder , onontvankelijk en ongegrond verzoekschrift van eiser , alreeds 3 verschillende raadsmannen tegenover eiser heeft geplaatst :
1° Mr. Kathleen Janseghers , dd 23/11/2010 , betreffende de manifeste betwisting.
2° Mr. Bin-na Jeong , dd 30/10/2010 , op de inleidende zitting + verzending van de conclusie van repliek , dd 28/12/2010.
3° Mr. Hilde Beernaert , dd 28/12/2010 , betreffende de conclusie van repliek.
Waarbij eiser vooral de onderliggende waarschuwing opvalt , zijnde :
Dat deze zaak werd doorgeschoven van een raadsman met specialisatie mede-eigendom , naar een raadsman met specialisatie onrechtmatige daad.
Het gebruik van steeds wisselende raadsmannen is voor eiser niet enkel zeer verwarrend (eiser heeft bijgevolg geen idee tot welke raadsman van de verweerder hij zich dient te richten) , het is tevens enorm intimiderend.
Om deze reden verzoekt eiser verweerder dan ook om de conclusie van dupliek en de openbare terechtzitting niet aan nog 2 van de 13 andere raadsmannen toe te wijzen.
Tevens verzoekt eiser een bewijs van lastgeving waaruit blijkt wie de raadsman van verweerder is.
____________________________________________________________________
Om deze redenen , behage het de Vrederechter ,
De vorderingen in de hoofdeis van eiser alsnog ontvankelijk en gegrond te verklaren :
*De vrijgave van de huurwaarborg (momenteel 631,28 euro) + de terugbetaling van het betaalde bedrag voor het enige stel sleutels (13,90 euro).
*De retroactieve terugname van het gehuurde pand op datum van 29/10/2010 + de terugname van het enige stel sleutels in bijzijn van de Vrederechter met ondertekening voor ontvangst.
*De verbreking van het huurcontract te horen uitspreken in het nadeel van de verweerder en daaruit voortvloeiend , de verweerder te veroordelen tot terugbetaling van alle reeds betaalde sommen (de totale huur + forfaitaire kosten van juni 2007 tem oktober 2010 , zijnde 375 euro/maand = 41 maanden x 375 euro = 15375 euro).
*Eiser de ingehouden indexatie kwijt te schelden (24,21 euro/maand sinds april 2010 = 7 maanden x 24,21 euro = 169,47 euro).
*Verweerder te veroordelen tot de teruggave van de gedane gerechtelijke kosten (indienen verzoekschrift griffie = 35 euro) aan eiser.
*Verweerder te veroordelen tot de verkoop van het pand.
*Verweerder te veroordelen tot de terugbetaling van de gedane verhuiskosten (192 euro)+ de nieuwe huurwaarborg door eiser (850 euro).
*Verweerder te veroordelen tot de gerechtelijke intresten en kosten.
*Erwin Lens als vertegenwoordiger wegens aanhoudende wanpraktijken te veroordelen
*Het vonnis uitvoerbaar te verklaren.
*De tegenvordering en tegeneis van verweerder in de conclusie van repliek onontvankelijk en ongegrond te verklaren.
____________________________________________________________________
*Tot slot herhaalt eiser nogmaals dat hij zich onder minnelijke collectieve schuldenregeling bevindt sinds 11/10/2007 , met voorziene einde 02/06/2014 , rolnummer 07/237/B ,met als toegewezen schuldbemiddelaar Peter Buyckx , H.Kuijperstraat 39 , te 2640 Mortsel.
Om deze reden verzoekt eiser dan ook tot de volledige kostenloze rechtspleging , gelet op het feit dat het hem toegekende leefloon onder het max van 878 euro voor alleenstaanden ligt (inkomensgrens september 2010).
____________________________________________________________________
Eiser ,
Tom Van den Heuvel
St.Rochussstraat 8 bus 4
2100 Deurne
Deurne , 19 januari 2011
Deze conclusie van wederantwoord bevat 17 pagina’s + onderstaande bijlagen :
1° Kopie registratie (1pagina)
2° Kopie raadpleging jaarrekeningen Balanscentrale Nationale Bank (1 pagina)
3° Kopie website Beheer (2 pagina’s)
4° Kopie ingebrekenstelling , dd 01/06/2010 (2 pagina’s)
5° Kopie schrijven , dd 17/02/2010 (1 pagina)
6° Kopie aangetekend schrijven , dd 16/07/2010 (3 pagina’s)
Dat was't ,mede gelukt dankzij

Nu is't opnieuw afwachten op de conclusie van dupliek van de tegenpartij alvorens naar de openbare zitting te gaan.
Voor al diegenen die peinzen dat het misschien ni echt thuishoort op dit forum : take a step back and see the big picture...
Voor al de rest : misschien zit er iets tussen wat je ooit voor uzelf of anderen kunt gebruiken als argument.