Interview met Georges Pirard
Georges Pirard is de gepensioneerde die meermaals de krantenkoppen haalde als de zg offerblokkendief. De mainstreammedia marginaliseerde hem natuurlijk en schilderde hem af als een oude dwaas. Maar dat was buiten het vws gerekend. We waren nieuwsgierig naar het echte en volledige verhaal en daarom zochten we hem op en lieten hem zelf aan het woord.
Op maandagavond 13 februari trok ik naar Anderlecht om Georges Pirard te ontmoeten. Onderweg, op bus 49 richting Zuidstation, vroeg ik me af of hij er wel zou zijn. Ik stapte af, zocht de straat en zag een aantal bleke, reusachtige flatgebouwen. Hier moest het zijn. Ik had even moeite zijn naam te ontdekken tussen de vele bellen die er naast elkaar stonden in de hall. Maar uiteindelijk viel mijn oog op de juiste knop en ik belde twee keer. Georges wist eerst niet wie ik was, maar toen ik zei: `Le Syndicat du Quatrième Monde´, klonk hij zeer enthousiast. “Kom maar snel naar boven”, zei hij helemaal opgemonterd, en dat is wat ik dan ook deed. Met zijn kruk kwam hij de deur opendoen en liet mij binnen. Er werd een zetel voor mij vrijgemaakt om te zitten en Georges begon te praten, honderduit, zoals zijn gewoonte is. Maar dat wisten we al.
Opnieuw maakt hij een bilan op van zijn inkomsten en uitgaven. "Mijn pensioentje bedraagt 679 euro en ik moet er 545 betalen voor huur (250) en andere kosten (gas, elektriciteit, dokter, ea). Ook de prijzen van de voeding zijn precies nogal gestegen sinds de invoering van de euro. Ik ben geen individu dat anderen aanvalt of kwaad berokkent, ik ga geen `sacochen´ pikken of iemand pijn doen. Ik probeer gewoon geld te halen uit de Vlaamse offerblokken, want in Wallonië en Brussel is er nagenoeg niks meer te halen, ze kreperen daar al genoeg”. “Ergens in juni verleden jaar, op een zondag, zat ik in het kerkportaal in Lommel met mijn karton waarop geschreven stond `VOOR ETEN AUB´. Een priester kwam eraan, ik herkende hem aan zijn kruisje, en nog iemand, die later de koster bleek te zijn, en ze joegen mij daar weg. Daarna ben ik, ja het is waar, een beetje uit wraak, terug de kerk binnengegaan en heb er iets uit de offerblok gehaald, ik heb daar niemand kwaad mee gedaan, het is het geld van de armen, toch ? De pastoor heeft naderhand de politie gebeld, maar ik werd dus dezelfde dag nog vrijgelaten. Op het proces kwam die pastoor nog eens zijn reputatie van zogezegde `dienaar van Christus´ redden door te zeggen dat het niet waar is, dat hij me niet had weggejaagd, en dat de straat van iedereen is. Dat is echter gelogen, ik stond niet op straat maar zat in het portaal. Ik leef al enkele jaren zo, omdat ik ook al jaren een pijnlijk einde van de maand beleef”.
Read More